Help! Een racefiets! In een serie blogs met de belangrijkste tips voor beginnende wielrenners leggen we je de basics uit, zodat jij veilig en prettig de weg op kan en maximaal en langdurig plezier gaat hebben van je eerste racefiets, of je nu alleen fietst of samen met je vrienden.
Dit blog maakt deel uit van de serie: Beginnen met wielrennen. In dit overzicht kan je doorklikken naar de blogs die je nog niet hebt gelezen.
- Deel 1: Opnieuw leren fietsen
- Deel 2: Sportvoeding
- Deel 3: Fietsen in groepsverband
- Deel 4: Onderhoud
- Deel 5: Juiste kleding voor elke rit
Als je voor het eerst op de racefiets stapt, is het onvermijdelijk een beetje eng. Je zit anders op de fiets, de fiets voelt heel anders en stuurt heel anders en dat is even wennen. In- en uitklikken is ook al zo spannend, en wat moet je doen als je remt, of misschien zelfs wel afstapt?! Allemaal hele gewone vragen als je net begint. Het kan je vast op weg helpen als je hier in ieder geval een keer over hebt nagedacht.
In- en uitklikken van de pedalen
Misschien wel het spannendste verschil voor veel beginnende wielrenners ten opzichte van een normale fiets zit hem in het in- en uitklikken van je schoenen in de pedalen. Dit is echt even wennen. Als je eenmaal op de fiets zit, merk je het bovendien niet meer, dus je zult niet de eerste zijn die remt voor een stoplicht, vergeet uit te klikken en heel suf omvalt, hopelijk in de berm… Drie simpele tips helpen je op weg om dit gênante en mogelijk pijnlijke scenario (voor jezelf en/of de lak van je gloednieuwe frame) te voorkomen:
- Oefen voordat je gaat fietsen een paar keer goed met inklikken en uitdraaien. Dit kun je makkelijk doen door op je fiets te gaan zitten en met één hand tegen de muur te leunen.
- Controleer de spanning op je klikpedaal! De spanning op het klikpedaal is instelbaar met behulp van een inbussleutel. Als de veerspanning van het pedaal te strak staat afgesteld, is het moeilijker om je schoen uit je pedaal te klikken. Staat de veerspanning te los afgesteld, dan kan je voet zomaar losschieten als je de positie van je voet een beetje verandert.
- Let er goed op dat je de goede voet uitklikt. Als je je linkervoet uitklikt, maar bij het stoppen naar rechts leunt, val je alsnog… Oefen daarom ook een paar keer op een veilige plek met stoppen. Je zult er ook snel achter komen dat je een voorkeur hebt om met links of juist met rechts het eerste voetje aan de grond te zetten.
Gedoseerd remmen en vooruitkijken
Remmen met een racefiets werkt net even anders dan remmen met de stadsfiets. Dit komt door het gebruik van andere technieken (veel stadsfietsen hebben roller brakes tegenover velgremmen of schijfremmen op de racefiets), maar ook doordat je simpelweg een stuk harder gaat op de racefiets. Een paar tips voor het remmen met de racefiets, waarbij doseren en vooruitkijken de toverwoorden zijn:
- Rem gedoseerd & kijk vooruit: veel beginners remmen te veel uit angst. “Remmen is angst” is een veelgehoorde wijsheid onder wedstrijdrenners. En niet voor niets. Kijk vooruit en laat indien mogelijk je benen stilhouden in plaats van onnodig te remmen.
- Rem vóór de bocht: in een bocht remmen vergroot de kans op uitglijden. Probeer wanneer je remt zoveel mogelijk recht boven je fiets te zitten en voor zover je de ruimte hebt rechtdoor te fietsen.
- Gebruik je voorrem correct: de meeste remkracht zit in je voorrem. Rem op tijd en geleidelijk om controle te houden.
- Pas je techniek aan de omstandigheden aan: op natte of gladde wegen meer met de achterrem remmen om grip te behouden. In steile afdalingen je gewicht naar achteren verplaatsen voor balans.
- Zorg voor goed afgestelde remmen: controleer en stel je remmen af voor een soepelere en veiligere remervaring.
Bochten doorkijken en aansnijden
De eerste regel voor een goede bocht zul je als het goed is herkennen uit de remtips: rem vóór de bocht. Verder is het slim om op de volgende dingen te letten:
- Kijk ver vooruit & plan je lijn: schat de bocht in en kijk erdoorheen. Snijd de bocht goed aan (buiten-binnen-buiten) om een vloeiende lijn te houden en controle te behouden.
- Beoordeel de ondergrond: op smalle racefietsbanden is grip cruciaal, vooral in natte bochten. Vermijd plotselinge stuurbewegingen en rem vóór de bocht.
- Gebruik je lichaam & gewicht: hang licht in de bocht voor extra druk op je banden en zet kracht op het buitenste pedaal voor stabiliteit. Ga bij scherpe bochten ook in de beugels met je handen, dan ligt het zwaartepunt lager.
- Houd je pedalen juist: trap niet door in scherpe bochten om te voorkomen dat je pedaal de grond raakt – binnenste pedaal omhoog, buitenste omlaag.
Licht schakelen en blijven trappen
Schakelen met een racefiets is natuurlijk niet eng, maar soms wel even wennen. Een paar dingen om rekening mee te houden.
- Zorg ervoor dat je weet hoe je moet schakelen, zodat je niet met een veel te hoge versnelling aan een steil klimmetje begint. Zo voorkom je dat je onnodig moet afstappen.
- Schakel nooit als je stilstaat of wanneer je je benen stilhoudt. Dit is het recept om je achterderailleur af te breken. Een derailleurversnelling gebruik je tijdens het trappen. Dit werkt dus anders dan de naafversnelling op je stadsfiets.
- Schakel niet te zwaar. Wanneer je te zwaar trapt, krijgen je knieën het zwaar te verduren. Zwaar trappen is bovendien erg inefficiënt en je wordt er sneller moe van. Veel beginnende wielrenners hebben de neiging om op kracht te fietsen. Probeer juist om lichter te trappen. Dit kun je oefenen en het went snel.
- Denk om je kettinglijn. Je hebt op een moderne racefiets 2x11 of 2x12 versnellingen. Je kunt deze versnellingen alleen niet allemaal even goed gebruiken. Wanneer je op het grote blad fietst met de ketting op de lichtste versnelling achter, komt je ketting erg schuin te staan. Hierdoor loopt de aandrijving minder fijn, maakt het meer herrie én slijt het een stuk sneller. Gebruik de zwaarste drie kransjes daarom alleen met het buitenblad en de lichtste drie kransjes alleen met het binnenblad.
Oefening baart kunst
Voor al het voorgaande geldt het spreekwoord: oefening baart kunst. Voorafgaand aan jouw eerste fietstochtjes, alleen of met een fietsmaatje, is het verstandig om vertrouwd te raken met de fiets. Hoe stuurt en remt de fiets, hoe werkt het schakelen? Neem even goed de tijd om je fiets te leren kennen. Een racefiets stuurt nu eenmaal een stuk strakker dan een stadsfiets en doet er langer over om tot stilstand te komen. Zorg dat dit je niet verrast op een drukke kruising of in een scherpe bocht.
Rijd dus een paar keer heen en weer door de straat om de fiets uit te proberen. Een goede specifieke oefening om vertrouwd te raken met een fiets is ook om jezelf heel langzaam tot stilstand te laten komen terwijl je staat op de pedalen (pas op met klikpedalen!). Dit is een balansoefening die je in de praktijk (bijvoorbeeld bij het oversteken van een voorrangsweg) vaak zult kunnen gebruiken, zodat je niet altijd hoeft uit te klikken en af te stappen.
Dit blog maakt deel uit van de serie: Beginnen met wielrennen. In dit overzicht kan je doorklikken naar de blogs die je nog niet hebt gelezen.
- Deel 1: Opnieuw leren fietsen
- Deel 2: Sportvoeding
- Deel 3: Fietsen in groepsverband
- Deel 4: Onderhoud
- Deel 5: Juiste kleding voor elke rit
Beginnen met wielrennen? Bekijk hier een greep uit onze beginnerscollectie