Hoe bepaal ik de juiste bandenspanning voor mijn racefiets?

De bandenspanning voor je racefiets bepalen, lijkt eenvoudig. Je pompt de banden stevig op en als je ze probeert in te drukken, geeft de band niet mee.  "Hoe hoger de spanning, hoe minder rolweerstand en hoe harder je gaat", zal je dan ook misschien denken. Dit is alleen niet waar. Met een hogere bandenspanning zorg je inderdaad voor een lagere rolweerstand. Maar, wanneer de spanning te hoog wordt, ga je bij ieder hobbeltje stuiterend over het wegdek. Een te lage bandenspanning wil je ook niet, omdat je dan bijvoorbeeld met de velg de grond kan raken. Voor het bepalen van de juiste bandenspanning voor je racefiets moet je rekening houden met een aantal belangrijke factoren. In dit blog helpen wij je bij het bepalen van jouw optimale bandenspanning.

Hoeveel bar moet er in de fietsband van je racefiets zitten?

In de eerste plaats is de ideale bandenspanning voor je racefiets afhankelijk van je eigen gewicht. Wanneer je weinig druk in je band pompt, terwijl je zelf wel wat zwaarder bent, wordt de band te veel ingedrukt. Hierdoor wordt de kans op stootlekken aanzienlijk vergroot. Aan de andere kant geldt ook: als je de band heel hard oppompt terwijl je zelf wat lichter bent, gaat je fiets over het wegdek stuiteren bij ieder hobbeltje, waardoor je de controle over je fiets verliest en met stijve spieren thuiskomt vanwege de weinige schokabsorptie.  De vuistregel die vroeger werd aangehouden bij 23 mm racebanden, was dat je bij het bepalen van de bandenspanning je eigen lichaamsgewicht gedeeld door 10 moest doen. Dit zou betekenen dat je bij een gewicht van 80 kilogram, uit moet gaan van een bandenspanning van 8,0 bar. Weeg je nog wat meer, dan zou de druk volgens deze theorie nog hoger zijn. 8 of meer bar wordt nu gezien als te hard en daarmee oncomfortabel.

De bandbreedte is een tweede factor om rekening mee te houden. Dit is namelijk ook van invloed op hoeveel bar je in de band doet. Racebanden met een breedte van 23 mm verdwijnen langzaam uit het assortiment. Tegenwoordig is een 28 mm bandbreedte de norm voor de racefiets. Onderzoeken lieten namelijk zien dat hierbij de combinatie van comfort en rolweerstand optimaal is. Bij bredere banden van bijvoorbeeld 30 of 32 mm krijg je een grotere rolweerstand. Bij smallere banden van 23 of 25 mm krijg je net wat minder comfort. 

Een derde factor is een onevenredige gewichtsverdeling. Het meeste gewicht steunt op je achterwiel. Het advies is daarom je achterband altijd iets harder op te pompen dan je voorband. Een vierde en laatste element is het weer en de ondergrond. Is het nat, glad en koud? Liggen er bladeren op de weg? Dan is een wat lagere bandenspanning aan te raden voor net dat beetje meer grip. Ons advies is om dan uit te gaan van een 0.3 tot 0.5 lagere druk dan waarmee je normaal gesproken fijn fietst. Als je over een Ronde van Vlaanderen-achtig parcours fietst, dan mag er nog eens heel wat minder druk in de band. 

Hoeveel bar voor je racefiets? 

Uit het bovenstaande blijkt al het volgende: de "ideale" bandenspanning is niet universeel en variabel vanwege tal van factoren. Hieronder toch een globaal advies hoeveel bar er ongeveer in een bepaalde racefietsband moet worden gepompt, bij bepaalde gewichten. 

Om de bandenspanning wat preciezer te berekenen kan je eens naar deze handige online calculator van SRAM kijken.

 Het maximum en minimum aantal bar van je racefiets

Let op bij het oppompen van je fietsbanden dat er vaak een minimale en maximale bandenspanning op de zijkant genoteerd staat. De minimale spanning is vaak 4 tot 4.5 bar en het maximum vaak 8 tot 8,5 bar bij een 28 mm bandbreedte. Wanneer je de banden te hard oppompt verhoog je aanzienlijk de kans op lekrijden. Ook wil je de banden niet te zacht hebben. Bij te zachte banden loop je namelijk het risico op stootlekken. Voor gewone wegen in combinatie met een bandbreedte van 28 mm raden wij een minimale druk van 5,5 bar aan, wanneer je ongeveer 60 kilo weegt. Bij een gewicht van 80 kilo gaat het richting de 6,3 bar.

Tegenwoordig zie je steeds meer hookless wielen. Hierbij mist, zoals de naam al zegt, het haakje waarachter een band zou haken. Door de haak te verwijderen kunnen fabrikanten een velg bouwen die sterker en lichter is. Bij deze wielen moet je er op letten dat de maximale bandendruk meestal tot 5 / 5,5 bar is gelimiteerd. Dit is wel iets om rekening mee te houden bij de aanschaf van racefietswielen. Want, ben je wat zwaarder, dan is er een grotere kans op doorstoten bij racefietsbanden. Bij de bredere mountainbike en gravelbanden moet de bandendruk een stuk lager zijn, waardoor dit daar geen issue is. 

Ga vooraf goed na wat de minimale en maximale bandenspanning van de band is.

Ondergrond speelt een rol bij het bepalen van de bandenspanning

Zoals eerder aangegeven, is naast je eigen gewicht ook de ondergrond waarover je rijdt van belang bij het bepalen van de bandenspanning. Over gewoon asfalt is de bovengenoemde berekening een goede indicatie, omdat oneffenheden in dat geval minimaal zijn.

Als je over klinkers of kasseien rijdt, worden de oneffenheden al groter. Voor extra comfort bij het over klinkers rijden, is het verstandig de bandenspanning met een halve bar te verlagen. Wanneer je echte kasseistroken opzoekt, wordt het pas echt interessant. Met te smalle, hard opgepompte banden stuiter je over de kasseien heen en wordt het een pijnlijke aangelegenheid. Met de juiste bandbreedte en druk wordt het pas echt leuk en vlieg je als een soort Aladdin op zijn tapijt over de kasseistroken heen. Banden met een breedte van 28 mm zijn dan al een goed begin, maar breder zoals 30 of 32 mm is nog beter.

Op 7 april 2024 won Matthieu van der Poel bijvoorbeeld voor de tweede keer Parijs-Roubaix. Hij reed met 32 mm brede tubeless Vittoria Corsa banden. De druk is niet bekend, om de concurrentie niet wijzer te maken. Onze inschatting is dat het rond de 3,5 / 4 bar zal zijn geweest. Want, op geasfalteerde Noord-Franse wegen is ongeveer 5 bar een goede keuze. Op de kasseistroken ongeveer 2,5 bar. Het is dus een middenweg om niet teveel weerstand te hebben op een goed wegdek en niet teveel gestuiter op de kasseien. 

Bandenspanning racefiets berekenen

Ondanks dat er handige online tools bestaan om je optimale bandenspanning in te schatten, is er geen universeel geldende berekening. Het heeft te maken met verschillende factoren: je gewicht, de ondergrond, het weer en ook je persoonlijke voorkeur, net als het type band, de interne velgbreedte van de band en of je tubeless rijdt of met binnenband. Speel gerust ook eens zelf actief met je bandendruk. Kijk wat het met de fietservaring doet als je er eens 0,5 bar meer of minder in doet. 

Banden van je racefiets oppompen

Wees niet bang om wat te experimenteren met de bandenspanning. Om hier überhaupt aan te kunnen beginnen, heb je wel een fietspomp nodig. Wat is dan de juiste pomp? Ons advies is een vloerpomp met een nauwkeurige drukmeter, zodat je eenvoudig je band op de juiste spanning kunt brengen. Let ook op de maximale druk die een pomp kan overbrengen, zodat je niet een pomp aanschaft die een te lage maximale druk biedt.

Onze favoriete vloerpompen om eenvoudig je bandenspanning op de juiste druk te krijgen: